top of page

Vloeken is ook bidden

Een zinnetje dat iemand ooit eens tegen me zei en wat me altijd is bijgebleven. “Vloeken is ook bidden”. Ik vond het maar raar. Vloeken doe je niet. Het hoort niet. Het mag niet. Als je vloekt, dan raak je God kwijt. Dan ga je naar de hel. Die boodschap leefde in mij.


In mijn tienertijd kwam er nog een soort van alternatief voorbij. Tijdens een jeugdavond van de kerk vertelde een - echt heel vriendelijke en goedbedoelende - meneer van de Bond tegen het Vloeken dat we ook prima heel hard ‘stoomboot’ konden roepen bij het stoten van onze teen. Nou lieve mensen.. ik weet niet of jullie dat wel eens geprobeerd hebben, maar zeg nou eens eerlijk.. dat dekt de lading toch niet?!


Net als ‘verdikkie’ en ‘he toch’ is ‘stoomboot’ een uitdrukking die niet half omschrijft hoe het voelt wanneer je ECHT boos bent. En eerlijk gezegd: ik heb mijn hele leven lang geen alternatieve woorden kunnen vinden voor een stevige vloek. “God...fried van Bouillon” - wat we als kind enorm grappig vonden - kwam dan misschien nog het meest dichtbij, maar zelfs dat liep dan altijd weer af met een sisser..


Ik slikte dus meestal mijn vloeken in als ik boos was. Of, wanneer er echt geen houden meer aan was, dan vloekte ik wel, maar voelde ik me daarna enorm schuldig. Uit angst voor het eeuwig brandend vuur, viel ik dan op mijn knieën, eindeloos biddend om vergeving- niet gelovend dat die vergeving er ook was, omdat ik soms twee seconden later uit pure onmacht wéér de fout in zou gaan.


Op den duur raakte ik door allerlei omstandigheden in mijn leven mijn geloof in God helemaal kwijt en werd het vloeken vooral een manier om me stevig af te zetten tegen de hele christelijke wereld. Ik gebruikte het om anderen te laten weten dat ik heel serieus was in mijn besluit om nooit meer IETS te maken te willen hebben met de kerk of christenen. Laat staan met God. Vloeken werd een statement.


Dat werkte vrij goed kan ik je vertellen. Want de meeste christenen schrokken ervan als ik me liet horen en lieten me met rust. Af en toe kreeg ik nog een ‘belerende preek’ om mijn oren, maar daar kon ik dan weer vol tegenin gaan. Een perfecte manier om mezelf nog eens duidelijk neer te zetten dus. Het werkte goed, totdat…


.. totdat ik een christen tegenkwam die niet inging op mijn vloeken. Die me geen preek gaf of me met allerlei dreigende bijbelteksten om de oren sloeg. Iemand die niet de hele tijd over God sprak. Maar die vooral benieuwd was naar waar ik nou eigenlijk zo boos over was. Iemand die ervan overtuigd was, dat er vast pijn onder moest zitten bij mij en dát serieus nam.


Deze iemand liet mij - zonder dat ik dat toen wist - iets zien van het HART van God.


Een Hart waar plek is voor mensen als jij en ik. Voor mensen die pijn hebben, boos zijn, willen schelden en vloeken vanwege de moeilijkheden die ze hebben meegemaakt. Een hart waar een WELKOM is, zoveel groter dan wij ooit kunnen bedenken. Hij weet het al lang als we boos zijn. Hij hoort ons vloeken ook wanneer we ze niet hardop uitspreken. Hij kent onze pijn. En Hij weet dat we mens zijn. Het is niet voor niks dat hij vanuit datzelfde Hart naar ons toe kwam. Hij stierf voor ons, zodat wij bij iedere boze vloek die in ons zit, niet langer hoeven te vluchten, maar juist bij hem terecht kunnen. We mogen onze vloeken bidden. Met alles wat er is naar hem toe gaan. Ook al is het zwarter dan zwart. Niet omdat wij zelf zo geweldig en goed zijn. Maar omdat HIJ dat is.



“Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden.” (Hebr 4: 16)





Aline

Uitgelichte berichten
Recente berichten
Archief
bottom of page